‘Je scai où est Chinon et la cave Paincte, aussi j’y ai bu maints verres de vin bon et frais’.
De Franse schrijver François Rabelais schreef er al over: de jonge, frisse wijn uit Chinon. Hij kon het weten, hij werd in 1494 in La Devinière bij Chinon geboren. Dikke kans dat Rabelais, zo rond 1525, meestal jonge wijn dronk, dezelfde jonge rode Chinon die ik onlangs proefde. De boer had deze wijn nog niet eens gebotteld, maar proefgroeplid Paul had alvast een vatmonster meegenomen.
Normaal gesproken drink je een rode Chinon pas in de herfst na de oogst en de productie. Maar een wijn zo piepjong drinken is een nuttige ervaring! Tenslotte was het in vroeger eeuwen niet anders. Wijn die in september of oktober werd gemaakt, werd al gedronken in november en december. En soms was die wijn nog niet eens uitgegist….
Met deze anno 2008 wijn was het niet zo erg gesteld. Dit was wel degelijk ‘wijn’, geen most. Maar eerlijk gezegd konden we hem geen van allen echt thuisbrengen: we vonden hem jong (!), wat zuur, wat wrang, maar toch wel sappig. Over het druivenras werden we het niet eens: gamay misschien? Het vatmonster had weinig afdronk en niet zo veel body.
Totdat we er een stokbroodje met zachte witte geitenkaas bij aten. Toen bleek die jonge rode Chinon van Domaine Nono in Cravant-les-Côteaux ineens een andere drank! Niets bleef er over van alle discussies over rode wijn met kaas: DEZE rode wijn met DEZE witte kaas was een ‘match made in heaven’. Opnieuw bleek dat een wijn uit de streek een unieke smaakcombinatie vormt met een kaas uit hetzelfde gebied. (De kaas kwam uit Poitou-Charentes, maar dat is dicht genoeg bij de Loire en de Vienne, waaraan Cravant ligt.)
De smaakcombinatie te beschrijven is tamelijk omslachtig, je moet zoiets gewoon eens proeven: hele jonge rode Chinon met zachte witte geitenkaas. Onthoud die combinatie: je mag er mij voor wakker maken.
Het citaat komt uit de mond van Pantagruel, de held uit de boeken van Rabelais. Die Cave Paincte bestaat nog steeds: de Confrerie des Bons Entonneurs Rabelaisiens houdt er zijn bijeenkomsten. De grot is uitgehakt in de tufsteen onder het kasteel van Chinon (zie afbeelding). Langs Chinon stroomt de Vienne; enige kilometers stroomopwaarts ligt Cravant-les-Côteaux, waar de jonge wijn vandaan kwam die ik onlangs proefde. Binnenkort te koop bij ‘Wijn Op Maat’ in Utrecht.
Peter zegt
Ik denk dat véél Chinon (en niet te vergeten Bourgueil, St. Nicolas de Bourgueil en ook Saumur Champigny) gemaakt is om zó te drinken, Mariella. Met soms die lekkere frambozen neus, mmmm. Ik herinner me dat ik eens een doosje van de obscure Grolleau meenam uit Anjou. De goedkoopste wijn, maar met zorg gemaakt. Iedere fles was in de maanden daarna een feestje. Opwekkend, laag in alcohol, frivool en mét zoveel heerlijk fruit. Eigenlijk moet van die enorme voor-elke-dag-drinken-plas veel meer wijn zo gemaakt worden.
Hartelijke groet,
Peter van den Besselaar
blogposter zegt
die jonge chinon, was het nu een gamay of een cabernet franc?
🙂
Mariëlla zegt
Hallo Peter, ja, ik denk ook dat veel wijn eigenlijk alleen om die reden gemaakt werd en wordt. Volgende week zal ik meer Chinon proeven, als ik bij Joquet in Sazilly aan de Vienne op bezoek ga. Wordt vervolgd dus.