Het is al weer jaren geleden dat ik iemand voor het eerst de term visciolata hoorde gebruiken. Al die tijd bleef ik gefascineerd, maar kreeg nooit een flesje te pakken. Totdat ik in contact kwam met Marchese Wijnimport, en hun Visciolata di Cardinale kon proeven. Mijn geduld werd beloond, het drankje viel niet tegen. Integendeel zelfs: een leuk en verrassend alternatief voor een glaasje port, zo zou ik visciolata willen omschrijven.
Wat is dat dan precies, visciolata? Kersenwijn is een te simpele omschrijving; het is meer dan dat. Bij Cantine del Cardinale gaat het als volgt: in juni worden zure kersen, morellen, geplukt, gemengd met suiker en opgeslagen in glazen potten. Die potten staan buiten in de zon tot september en worden dagelijks handmatig doorgeroerd. Het sap wordt vervolgens afgegoten in houten vaten en de zure kersen worden toegevoegd aan de most van rode wijn. Kersen en most vergisten samen en in maart wordt het afgegoten sap toegevoegd aan deze kersenwijn. Dit geheel blijft nog zes maanden op het vat, waarna het gebotteld wordt. Na twee maanden is de visciolata dan klaar om gedronken te worden.
Cantine del Cardinale bevindt zich in de Italiaanse Marken, in een dorpje in de Apennijnen. Naast de visciolata maken ze er ook jams, bier en brandewijn met de kersen. Het maken van producten op basis van kersen gaat in dit gebied ver terug. Het stamt uit een tijd dat de enige manier om de matige wijnen van de streek op te peppen en goed te houden was door er kersen en/of specerijen aan toe te voegen. En natuurlijk had iedere familie zijn eigen recept voor kersenwijn, de vini di viscioli.
De beste kersenwijnen kwamen altijd al uit de streek ten westen van Ancona, waar ook Cantine del Cardinale ligt. De familie Cardinali baseert hun visciolata op een recept van circa 1800. Uiteraard is zo’n wijn omgeven met tradities en verhalen: zo zou vooral de adel en de geestelijkheid de wijn aangeduid hebben als ‘wijn van de engelen’; zij dronken het als dessert. De boeren dronken de visciola alleen bij speciale gelegenheden en noemden het ‘bloed van de heksen’; de wijn gold bovendien als afrodisiacum.
Wat kun je ermee, met zo’n glaasje visciolata? Allereerst maar hoe het smaakt en ruikt: wij roken aardbei, framboos, marsepein, Lebkuchen, bitterkoekjes en kersenbonbons 😉 De smaak komt daarmee overeen, al is die wat minder uitgesproken dan de geur. De wijn is zoet, maar niet te zoet; gelukkig vormen de zuren van de basiswijn, gemaakt van montepulciano-druiven, een mooi tegenwicht voor het zoet.
Wij dronken de visciolata bij een bolletje frambozensorbetijs, en waren innig tevreden. Maar ook puur, als apéritief, doet de visciolata het goed. Daarnaast denk ik aan chocoladetoetjes, chocoladetaart en misschien zelfs wel aan wat harde gele kazen. Een scheutje visciolata in de prosecco of andere mousserende wijn is ook niet te versmaden!