Bij de vinologenopleiding werd vandaag twee uur aandacht besteed aan Oostenrijk. Een verslag van die les volgt volgende week. Maar twee uur is veel te weinig voor dit prachtige wijnland, vandaar dat ik vandaag een artikel dat in 2004 elders verscheen, opnieuw publiceer. Omdat de Oostenrijkse wijnen het verdienen!
“Wein aus Österreich, Kostbare Kultur”
Vraag eens in je vrienden- en kennissenkring naar Oostenrijkse wijnen: mogelijk heeft iemand wel eens een Grüner Veltliner van Lenz Moser gedronken, verkrijgbaar bij Albert Heijn. Of misschien beginnen ze over het wijnschandaal van 1985. Maar veel meer is er helaas bij veel mensen nog niet bekend over Oostenrijkse wijnen.
Dit heeft voor een belangrijk deel te maken met dat schandaal van 1985. In dat jaar werd bekend dat een paar Oostenrijkse wijnboeren hun wijnen voller hadden willen doen lijken door toevoeging van antivries. Er vielen geen slachtoffers, niemand werd ziek, maar de Oostenrijkse wijnexport kreeg een gevoelige klap. Tot op de dag van vandaag heeft het imago van Oostenrijk als wijnland zich bij het grote publiek nog niet volledig hersteld. Zowel supermarkten als gespecialiseerde importeurs hebben de afgelopen jaren geprobeerd de Oostenrijkse wijnen weer aan de man te brengen, maar echt doorgedrongen zijn ze in Nederland nog steeds niet.
Dat is jammer, heel jammer. Want er komt echt geweldig goede wijn uit Oostenrijk. Zowel wit als rood, zoet als droog. De wijnen zitten over het algemeen in het midden tot hogere prijssegment. Voor bedragen tussen de 7 en 15 euro heb je echter keuze uit heel goede flessen. De zoete wijnen zijn over het algemeen wat duurder, maar dat zijn ze dan ook echt waard.
Kelten, Romeinen en monniken
Oostenrijk heeft al een lange wijngeschiedenis: waarschijnlijk kenden de Kelten al een drank van gegiste druiven. Zeker is dat de Romeinen in hun provincie Noricum de wijnbouw beoefenden. Grote kloosters langs de Donau zorgden in de Middeleeuwen voor veel aanplant van wijnstokken. In de negentiende eeuw vernietigden schimmelziektes en druifluis het grootste deel van Europa’s wijngaarden. Oostenrijk werd hierbij niet overgeslagen. Nadat de wijnboeren zich van deze ramp hersteld hadden, ontwikkelden de Oostenrijkse wijngaarden zich vooral na de Tweede Wereldoorlog in hoog tempo. Wijnen werden echter gemaakt voor locale consumptie en voor bulkexport naar landen als Duitsland en Italië. In die landen was grote behoefte aan goedkopere wijnen.
Ten tijde van het schandaal van 1985 had Oostenrijk al een vrij strenge wijnwetgeving, die daarna echter nog veel strenger is geworden. Want hoewel het slechts enkele kwaadwillende producenten betrof, hebben alle wijnmakers in Oostenrijk de les uit het schandaal getrokken. Ze richten zich vanaf dat moment vooral op kleinschaligheid en kwaliteit in plaats van kwantiteit.
Wijnbouw in Oostenrijk is geconcentreerd in een viertal gebieden: Niederösterreich, Neusiedlersee, Burgenland en Steiermark. De diverse wijngebieden in Niederösterreich (een brede strook met Wenen als centraal punt) zijn vooral bekend door de witte wijnen die er vandaan komen. Het Burgenland en de Neusiedlersee in het zuidoosten hebben een grote naam op het gebied van zoete en rode wijnen. In Steiermark vooral ‘mediterrane ‘ druivenrassen voor; het gebied heeft meer overeenkomsten met Friuli en Slovenië dan met de andere Oostenrijkse wijngebieden.
Oostenrijkse wijnen worden vaak verkocht onder de naam van de druif. Er is inmiddels een systeem met herkomstbenaming ingevoerd, DAC – wat staat voor Districtus Austriae Controllatus – plus een bepaald wijnbouwgebied (Wachau, Weinviertel, Burgenland en nog zeven andere). In Nederland heb ik echter nog weinig flessen gezien met deze aanduiding. De Oostenrijkse overheid hoopt zo dat een Wachau net zo’n naam zal gaan krijgen als een Rioja of een Chablis, bekende kwaliteitswijnen die de naam hebben gekregen van de streek waar ze gemaakt worden.
Inheemse druiven
Oostenrijk is vooral sterk in wijnen van eigen inheemse druiven. Zo is meer dan 36% van de aanplant grüner veltliner, een witte veelzijdige druif die wijnen kan voortbrengen die door kenners vergeleken is met dure bourgognes. Dit is echter ook de druif die verantwoordelijk is voor de Heurige, de jonge wijn die in de wijndorpen rond Wenen gedronken wordt en ook bij toeristen een naam heeft. De grüner veltliner is te herkennen aan zijn peperige en fruitige karakter. Een andere witte druif die in Oostenrijk mooie wijnen levert is de riesling, ook bekend uit de Elzas, Duitsland en Australië.
Wat de rode druiven betreft wordt met ‘buitenlandse’ druiven als merlot, syrah en cabernet sauvignon geëxperimenteerd, maar de interessantste en beste resultaten komen weer van inheemse soorten als zweigelt en blaufränkisch. Daarnaast zijn er een aantal goede producenten van mengwijnen, waarin zowel inheemse als geïmporteerde druivensoorten worden verwerkt.
Tot slot de zoete wijnen: voor de liefhebbers van mooie zoete wijnen, voor dessert of als aperitief of zomaar, is Oostenrijk een waar mekka. Aloïs Kracher is de bekendste producent, maar er zijn vele anderen, vaak met hun bedrijf aan de Neusiedlersee in Burgenland, tegen de grens met Hongarije. (Aloïs Kracher overleed vorig jaar op veel te jonge leeftijd.) Het ondiepe meer, het klimaat en de bodem zorgen samen voor een optimale omgeving voor het maken van wijnen met botrytis, een ‘nobele’ schimmel die verantwoordelijk is voor die heel speciale smaak van grote zoete wijnen, zoals onder andere ook de Franse Sauternes.
Proeverij van de ambassade
Zelf maakte ik voor het eerst kennis met Oostenrijkse wijnen op een proeverij georganiseerd door de Oostenrijkse ambassade in de zomer van 1997. Onder de slagzin Wein aus Österreich, Kostbare Kultur presenteerde een handjevol importeurs in de sfeerloze omgeving van een modern Utrechts hotel wijnen uit Oostenrijk en Hongarije. Hubrecht Duijker gaf een inleiding. We proefden er voor het eerst één van de fabuleuze Oostenrijkse zoete wijnen: een rode ijswijn 1993 van St. Laurent-druiven van het wijngoed Weinrieder. Nooit eerder en zelden later proefden wij zo’n geweldige wijn. Mijn aantekeningen van toen: kleur en neus van oloroso sherry, zuur en zoet, frambozen.
Daarnaast waren we onder de indruk van de Rieslings en Grüner Veltliners van de Freie Weingärtner Wachau, die inmiddels Domäne Wachau heten. Dit bedrijf wordt weleens de beste Europese wijnbouwcoöperatie genoemd, vooral in de Engelse pers. Rode wijnen proefden we van Josef Umathum, nog steeds een grote naam. Ook de Zweigelt van Kaiserhymne staat me nog bij, een dergelijke rode wijn had ik nog niet eerder op. De Oostenrijkse ambassade organiseert nog regelmatig een proeverij.
Oostenrijkse wijn in Nederland
Onder mijn kennissen heb ik een liefhebber die dozenvol Grüner Veltliners uit Oostenrijk zelf laat komen; eigenlijk is dat helemaal niet nodig. In Nederland is aardig wat Oostenrijkse wijn te krijgen, met als belangrijkste importeur Regina Meij van Imperial Wijnkoperij. Sinds 1995 importeert zij fantastische Grüner Veltliners, mooie Rieslings, veelbelovende rode en overheerlijke zoete wijnen van topproducenten uit alle Oostenrijkse wijngebieden.
Mijn advies voor de wijndrinker die een Oostenrijkse fles tegenkomt: let op de druif, als die inheems Oostenrijks is, is de kans heel groot dat je een prima fles gaat kopen. Koop die fles, lees het ‘back label’ als dat aanwezig is, drink de wijn op de juiste temperatuur (niet te warm voor de rode bijvoorbeeld) en bepaal of je hem lekker vind. Ik voorspel dat je in negen van de tien gevallen niet bedrogen uitkomt. Wil je meer Oostenrijkse wijn proeven, bezoek dan eens een proeverij, neus rond op Internet of neem contact op met een goede importeur. Imperial heeft een prijslijst voor particulieren, die op verzoek wordt toezonden. En misschien heeft de wijnhandel in de buurt ook wel een paar mooie Oostenrijkse flessen. Ze zijn een gokje waard!
Dit artikel verscheen in eind 2004 op de site Wijnsuggestie. Wijnsuggestie is sinds 1 februari compleet vernieuwd, waarbij mijn artikelen helaas zijn verdwenen.