Gisterenavond heb ik maar niet verteld dat in het gevolg van de legers van Napoleon kisten vol champagne meetrokken. Dat zou de aanwezigen maar op ideeën gebracht hebben.
Samen met Prisca Zwaan-Van Diggelen, uitgeefster van het Keuke-boek van Maria Philippina Schrijver, en Paul Cuppens, wijnhandelaar in De Steeg, mocht ik vertellen over wijn en eten rond 1813. Dat deden we in het kader van de herdenking van het ontzet van de Veluwezoom op 30 november 1813. Terwijl Huub Stapel als prins Willem-Frederik, onze toekomstige koning Willem I, in Scheveningen landde, bereidden 400 re-enactors in De Steeg de veldslag voor die diezelfde dag 200 jaar geleden plaatsvond aan de rand van de Veluwe, tussen wegtrekkende Franse legers, Pruisen, Kozakken en Nederlanders.
Champagne en Rijnse wijnen
Aan het begin van de 19e eeuw was champagne ‘hot’, en handige verkopers in dienst van de champagnehuizen reisden in het voetspoor van de Napoleontische legers naar het oosten. Vooral het Russische hof bleek dol op champagne, hoe zoeter hoe beter!
Waar men ook nog altijd dol op was, was Rijnse wijn. Terwijl enerzijds een man als Pieter Valckenberg in Worms zijn fortuin kon maken met Liebfraumilch, kookte anderzijds de gegoede Hollandse burgerij graag haar citroenvla met witte wijn uit het Rijnland! Het recept is uiterst simpel…
Citroen vla in een Schoteltje
4 the kopjes rinse wyn tot jder kopje een halve citroen 1 Ey; de wyn moet eerst met wat foely kaneel en nagelen gekookt worde en dan te same in een schoteltie op een sprankje vuur styf worde
Bordeaux
Bordeaux begon in deze tijd aan zijn opmars. Steeds vaker werden de wijnen bekend onder de naam van het chateau, en niet meer als generieke Vin de Bordeaux. Deze ontwikkeling mondde uiteindelijk in 1855 uit in de beroemde classificatie van de Bordeaux-wijnen. De Kamer van Koophandel van de stad maakte een lijst van de wijnen die in 1854 het meest opbrachten, en de wereldberoemde ranglijst van eerste tot en met vijfde cru’s was geboren.
Bordeaux lag ook in de kelders van Josephine de Beauharnais, eerste echtgenote van Napoleon. Bij haar dood in 1814 telde de wijnkelder in Malmaison zo’n 14.000 flessen, waarvan 5973 Bordeaux. 857 daarvan waren gelabeld als ‘Lafitte’!
Zoet, port, madera
Napoleon zelf was niet zo’n drinker, tenminste, niet toen hij nog regeerde. Op St. Helena daarentegen kreeg hij maandelijks 30 flessen Vin de Constance, van het wijngoed Klein-Constantia aan de Kaap, toegezonden. En die dronk hij alleen op; zijn gasten kregen iets goedkopers!
Port en madeira lagen ook in Josephine’s kelders, maar in kleine hoeveelheden. In Engeland wisten ze daar beter weg mee: hier werd port bovendien ook gebruikt in talloze mixdrankjes. Zelfs de Bishop (wat wij kennen als bisschopswijn) werd er mee gemaakt!
Madeira lustten ze weer graag in de VS. Daar schijnt de Onafhankelijkheidsverklaring zelfs getekend te zijn onder het genot van een glaasje Madeira. Oh my dear…
Paul van De Wijnpurist liet ons geen Constantia proeven, maar een mooie, frisse en biologische Monbazillac van Le Clou. Ook heel historisch verantwoord natuurlijk, gezien de stevige banden met de Nederlanden sinds de 17e eeuw. En de Marques Hollandaises waren in de 19e eeuw dé topwijnen van Monbazillac.
Kozakken Ruter
Kozakken, die dronken natuurlijk wat sterkers dan wijn. Tot slot van onze avond gisteren vertelde Lisanne Benus van Kalkwijk Distillers in Vroomshoop het fraaie verhaal van de Kozakken Ruter, een likeur gemaakt naar een oud familierecept uit 1813. Lees het verhaal zelf op de website. De likeur smaakte overigens heerlijk!
Wijn voor Willem?
En die arme prins Willem-Frederik, wat kreeg die bij zijn landing op het koude Scheveningse strand? Misschien wel Oranje-bitter, zoals ik ergens eens las. Maar ik zou hem een stevig glas port gegund hebben, eerlijk gezegd. Wat er aan zijn hof werkelijk gedronken werd, dat ga ik komende maanden eens uitzoeken! Wordt vervolgd.