Tijdens onze Rhônevakantie reisden we van de gletsjer in Zwitserland, waar de Rhône ontspringt, naar de monding aan de Middellandse Zee. Een speciale plaats in de vakantie nam de AOP Condrieu in, nét even ten zuiden van de oude stad Vienne. Al jaren vonden wij dat wij eens naar Condrieu moesten. Het is een van die wijngebieden met een naam onder wijnliefhebbers, maar weinig bekend onder een breder publiek. Ter hoogte van Ampuis steekt de Route de Soleil de Rhône over, en al heel wat autoreizen hadden we de hellingen van Côte Rotie, Condrieu en Saint Joseph door de raampjes zien liggen. Altijd keken we er even verlekkerd naar, maar richtten de blik dan weer snel op het zuiden. Dit jaar deden we het eindelijk eens anders, en bleven vier nachten in het gebied.
Hellingen langs de rivier
De appellation Condrieu begint net even ten noorden van het stadje Condrieu zelf en loopt dan zo’n 15 km naar het zuiden, tot Limony. De wijngaarden liggen op de steile hellingen langs de rivier, aan de rand van een groot natuurgebied, de Pilat. Die hellingen zijn soms gericht op de Rhône, maar liggen ook in een paar zijdalen van kleine riviertjes. Over de steilte van de hellingen wordt vaak met ontzag geschreven, maar nu we er zelf op bezoek waren, vielen ze me een beetje tegen. Vergeleken met wat we in het Zwitserse Valais hadden gezien, was dit eigenlijk kinderspel!
In een zo’n zijdalletje hadden wij onze gîte, in het pittoreske Malleval. Recht tegenover ons, op een zuidhelling, lagen wijngaarden. Sommige daarvan behoorden tot de appellation Condrieu, andere tot die van Saint Joseph. De beide appellations overlappen elkaar namelijk in de dorpen Malleval, Saint Pierre de Boeuf en Chavanay. Condrieu is uitsluitend voor witte wijn van viognier-druiven, Saint Joseph kan zowel rood als wit zijn: rood van syrah, wit van viognier.
Al bekend in de 18e eeuw
In totaal omvat het herkomstgebied Condrieu 260 hectare, waarvan momenteel 178 hectare beplant is, verdeeld over 68 producenten. En de groei zit er nog in, vertelde ons Christophe Pichon, voorzitter van de AOC. We bezochten met hem een van zijn wijngaarden, en maakten een wandeling op de helling. Pichon vertelde ons dat de vraag naar Condrieu groot is, en de prijzen hoog. Op diverse plekken in het gebied zagen we inderdaad jonge aanplant, of hellingen waarvan de grond voorbereid werd voor nieuwe stokken. Dat was 50 jaar geleden wel anders. Hoewel de instelling van de appellation van 1940 dateert, kregen de wijnen van Condrieu pas enige bekendheid in de laatste decennia van de vorige eeuw. Lang was er slechts 6 hectare wijngaard aangeplant! En dat terwijl deze witte wijnen in de 18e eeuw tot in Parijs bekend waren. Ook hier betekende de phylloxera-uitbraken een enorme breuk met het verleden. Veel boeren kozen ervoor niet te herplanten, en wijn werd iets waarin maar een enkeling zich specialiseerde. Vaak werd gekozen voor abrikozen, perziken of kersen. Ook tegenwoordig nog zijn er weinig wijnboeren met alleen viognier, voor de Condrieu. Velen hebben ook syrah staan, voor Saint Joseph. Zo kunnen ze de risico’s spreiden. Want hoewel de vraag tegenwoordig groot is, zijn de opbrengsten laag. Maximaal mag er 48 hl per hectare geproduceerd worden, maar dat wordt zelden gehaald. Meestal ligt de opbrengst zeker 10 hl per hectare lager. Hier wordt dan ook weinig aan wegknippen van niet goed ontwikkelde bessen gedaan: ieder besje telt, ieder druppeltje sap is er een.
Wind en water
In de wijngaarden valt ook op diverse percelen een bijzondere snoeiwijze op: opgebonden gobelet, met per stok een enkele paal (echalas) als steun. Die ondersteuning is nodig vanwege heftige windvlagen in het rivierdal. Overigens zagen we dezelfde snoeiwijze in Valais, waar de wind ook flink tekeer kan gaan. Naast de wind speelt ook het water in de vallei een belangrijke rol voor de wijnbouw. Het wateroppervlakte van de rivier heeft invloed op de lichtintensiteit, vooral als de rivier dichtbij de wijngaard loopt. Bovendien werkt de Rhône als warmtereservoir: vorst komt daardoor zelden voor.
Condrieu wordt vergist in roestvrijstalen tanks en steeds vaker opgevoed op barriques, waar dat vroeger op grote houten vaten gebeurde. De viognier-wijnen van Condrieu kunnen jong gedronken worden, Pichon zelf is daar een liefhebber van. We proefden zijn twee Condrieu’s, beide van graniethellingen. Mooie, rijke wijnen, met rijp steenfruit, mooie houttonen en goede zuren. Je snapt onmiddellijk waarom Condrieu zo gewild is. Heerlijk bij allerhande wit vlees, maar nog lekkerder bij… een Rigotte de Condrieu!
Geitenkaas
Condrieu is namelijk een van de twee gebieden in Frankrijk die zowel een appellation voor wijn als voor kaas hebben. (De andere is Valencay.) In Condrieu is dit de kaas van de weiden van de Pilat, waar de geiten ’s zomers hun buikjes vullen met gras en kruiden. Wij bezochten het bedrijf van Claude Boucher en zijn broer, GAEC de la Cabriole, op de hoogvlakte boven de wijngaarden. Boucher is de president van de appellation, en leidde ons met veel plezier rond. We bezochten de kaasfabriek en mochten daarna ook mee naar de kudde. De geiten grazen overdag in omheinde ‘parken’ en verkassen elke dag naar een ander park. Tijdens onze wandeling naar boven vertelde Boucher ons het verhaal van de rigotte. De kaasjes danken hun naam enerzijds aan de stroompjes op de vlakte, rigolles. Verder werden ze al sinds de 17e eeuw verhandeld op de markt in Condrieu, en kregen aldus hun naam. Sinds 2009 bestaat de beschermde herkomstbenaming, opgericht om het product beter in de markt te zetten én te beschermen tegen namaak. Van ouds was er wel afzet in Lyon en Valence, maar daarbuiten was de kaas nauwelijks bekend: ‘Hoe kleiner de kaas, hoe dichterbij het afzetgebied’, was een van de uitspraken van Boucher (waarmee hij bedoelde dat kleine kaasje vaak minder goed houdbaar zijn, en dus minder ver konden reizen).
Geen toevoegingen
Van kaasmaken weet ik niet zo veel, maar ik leerde hier dat aan de geitenmelk niets wordt toegevoegd behalve zout en stremsel. Het stremsel is natuurlijk en wordt steeds overgehouden van een vorige lading kaas. Om een rigotte te maken duurt ongeveer 8 dagen, maar al na enige dagen kan ook de verse kaas gegeten worden. Het lekkerst is een Rigotte de Condrieu binnen twee à drie weken na aankoop. Het kaasje kan echter ook ouderen, maar wordt dan wel scherp van smaak.
De 230 geiten van de kudde produceren elk zo’n 700 liter melk per jaar. Een geit maakt 8 jaar deel uit van de kudde en werpt in die tijd zo’n 6 keer jongen. Na de geboorte van de kleintjes geeft een moedergeit zo’n 10 maanden melk. In het veld bleken het zeer aanhankelijke beesten, die graag een aai over de bol ontvangen. Ruiken ze echter de stal, dan houdt niets ze meer tegen, zelfs een stroomdraad niet die toevallig net even van de elektriciteit af is.
Met een aantal kaasjes en een mooie fles Condrieu was het die avond uitstekend tafelen in onze rustieke gîte. Een goed besluit, om vakantie te houden in Condrieu!