Georgische wijnen: we lezen er regelmatig over, maar weten er meestal heel weinig van. We lezen dat Georgische wijn Rusland niet in mag, maar wat er precies aan de hand is, dat weten alleen de Oost-Europadeskundigen. Poetin beschuldigt de Georgische wijnen van slechte kwaliteit, maar dat is slechts een dekmantel. Want Georgische wijn is helemaal niet zo slecht. Sterker nog: de Russen stel(d)en juist prijs op wijnen uit Georgië vanwege de hoge kwaliteit. En zeker nu, na de val van het communisme, worden die wijnen steeds beter. Die zijn niet schadelijk en bevatten geen zware metalen, zoals Poetin beweert. Poetin wil Georgië gewoon dwarszitten, om redenen die voor de schrijver van dit wijnblog te ver voeren om uit te pluizen. Daar komt nog bij dat er op de Russische markt ook afgekeurde partijen Europese wijn (uit Spanje bijvoorbeeld) terecht komen, onder Georgisch etiket. Uiteraard speelt dat Poetin prima in de kaart.
Belangrijk feit blijft dat één van de belangrijkste exportartikelen van Georgië al enige tijd niet aan de grootste afnemer van weleer geleverd kan worden. Dat is vervelend voor de wijnboeren, maar aan de andere kant ook weer niet. Slimme Georgische wijnmakers richten zich namelijk bij gebrek aan de Russische afzetmarkt op het Westen. En daarbij moet uiteraard op kwaliteit gelet worden. En die kwaliteit is er, zoals ik al opmerkte. Op Prowein mocht ik enige weken geleden kennis maken met die kwaliteit, en ik was aangenaam verrast.
“Het oudste wijnland ter wereld verrast met moderne wijnen van onbekende en autochtone druivensoorten”. Dat stond er boven het proefformulier dat we uitgereikt kregen bij de proeverij op dinsdag 20 maart om 10.00 uur in hal 4. De proeverij werd ingeleid en begeleid door Rudolf Knoll, redacteur van het Duitse wijntijdschrift Vinum. Knoll heeft Georgië diverse malen bezocht en geldt als een kenner. Hij liet ons wijnen proeven met prachtige namen als Tsinandali, Mtsvane, Kisi, Mukuzani en Saperavi. Over het algemeen was de kwaliteit verrassend goed, alleen niet altijd aangepast aan de gemiddelde West-Europese smaak, verwacht ik.
Zelf vond ik de oxidatieve witte wijnen het interessantst (de wijnen die wat op sherry lijken, zeg maar): deze worden nog op traditionele wijze in grote amforen in de grond vergist. Soms blijven ze voor de rijping in deze amforen, soms wordt de wijn ook overgebracht op houten vaten voor verdere ontwikkeling. Ook de rode wijnen hebben veel potentieel, vooral die van de saperavi druif. Bijgebleven is ook een 2002 Mukuzani van de firma Tbilvino: de wijn had een heerlijke geur van wilde bosaardbei en was na vijf jaar uitstekend in balans. Dit is een wijn zijn die het hier in het Westen prima zou doen.
Een aantal moderne wijnmakers heeft zich verenigd in de Georgian Wine Family: zij staan voor het meest moderne wat de Georgische wijnbouw op dit moment te bieden heeft. De bedrijven zijn gericht op het Westen, promoten het wijntoerisme, maar hebben ook oog voor de lange wijngeschiedenis en tradities van het land. Deelnemende bedrijven zijn onder andere Vinoterra, Shumi, Kakhuri en de Telavi Wine Cellar. Daarnaast moet nog de naam van David Maisuradze genoemd worden, dé drijvende kracht achter de moderne Georgische wijnindustrie.
De Georgische wijnbouw wordt gesteund door een aantal West-Europese landen, waarvan Duitsland waarschijnlijk de belangrijkste is. Via het CCVMT, het Competence Center for Vine, Wine Marketing & Wine Tourism, wordt op diverse manieren hulp geboden: met wijngaardmanagement, verzorgen van de druivenstokken, opzetten van productielijnen, technologische processen, marketing, ontwikkeling van het wijntoerisme etc….
Een voorbeeld van de ontwikkeling van het wijntoerisme is het uitzetten van een Wein Trekking Route door de Kaukasus, waarbij een al in juli rijpende druif, de kartuli saadreo, centraal staat. Hierbij worden thema’s als bergtochten, wijn en wijngeschiedenis aan elkaar geknoopt. Ten slotte is Georgië het land waar onze Europese wijnbouw ontstond, en waar (in een kluis in Tbilisi) druivenpitten bewaard worden van 7000 jaar oud!
Stefan Gielliet zegt
Leuk dat je aandacht besteedt aan Georgische wijnen. Ik kan het inhoudelijk alleen maar met je eens zijn.
Sinds 2004 importeren mijn compagnon en ik wijnen uit Georgië. Elk jaar zien wij de kwaliteit omhoog gaan. De Russische boycot versnelt dit proces alleen maar. Vanuit dat perspectief kunnen we alleen maar blij zijn met de ontwikkelingen.
De oxidatieve witte wijnen gemaakt in kwevri’s zijn zeker interessant. In Georgië hebben wij ze veel gedronken – veel particulieren maken op deze wijze nog steeds hun eigen wijn. Hugh Johnson en Jancis Robinson schrijven in hun Wijnatlas dat deze pre-klassieke methoden ‘uiterst aromatische en fantastisch gevarieerde, zij het primitieve resultaten’ oplevert. Diverse wijnhuizen hebben wijn ‘gegist op klei’ inmiddels aan hun commerciële assortiment toegevoegd. Van ‘primitieve resultaten’ kunnen we niet meer spreken. Binnenkort ontvangen wij de eerste flessen die op deze wijze zijn geproduceerd uit de lijn van Georgian Wine Family.
Een ander interessant type wijn in Georgië die je niet noemt, zijn de (half)zoete wijnen. Denk bijvoorbeeld aan de rode khvanchkara en kindzmarauli, of de witte tvishi. De rode wijnen zijn zeer fruitig en krachtig – zoet met tannine. Bijzonder!
Meer weten of Georgië als wijnland of de beste Georgische wijnen eens willen drinken? Kijk dan op http://www.meerwijn.nl