Kaas, chocolade, horloges, banken, dat was het wel zo’n beetje als ik aan Zwitserland dacht. O ja, Wilhelm Tell en reformatoren, die misschien ook nog. Maar wijn? Nee, wijn niet. Maar daar is verandering in gekomen. Dankzij een kort bezoek van nog geen zes dagen afgelopen november heb ik geleerd dat er geweldige wijnen uit het land komen. En ik ben tamelijk verliefd op die wijnen geworden! Heerlijke frisse witte, mooie elegante rode, vaak van druivenrassen die eeuwenver teruggaan, tot in de middeleeuwen en nog verder soms. Wijnbouw vindt in Zwitserland al heel lang plaats. Er zijn in de buurt van Brig zelfs druivenpitten uit pre-Romeinse tijden gevonden. Het druivenras rèze, dat nu nog voorkomt op in totaal twee hectare wijngaard in Valais, en waar een bijzondere Gletsjerwijn van gemaakt wordt, is misschien zelfs verwant aan de beroemde Raetica van de Romeinen. Deze wijn uit het noordoosten van het huidige Italië werd 2000 jaar geleden via Aquileia bij Trieste verscheept naar het zuiden. Rèze leek uitgestorven, maar kwam vroeger voor in alle Alpenlanden. Inmiddels is het druivenras door ampelograaf José Vouillamoz ook in de Savoie (Frankrijk) geïdentificeerd.
Een land met zo’n oude wijnbouw traditie heeft uiteraard ook wijnmusea. Ik bezocht de Espace Vin, onderdeel van het kleine maar zeer fijne Musée valaisan de la Vigne en du Vin in Sierre. Deze locatie is gewijd aan wijnconsumptie. De tweede vestiging, de Espace Vigne in Salquenen, behandelt alles rondom de wijnbouw, werktuigen etc.. Tussen de beide locaties is een Sentier viticole aangelegd, een wandelpad van een kilometer of vijf waarlangs in 80 panelen uitleg wordt gegeven over de wijnbouw hier in de streek.
De tentoonstelling in het Espace Vin is modern vormgegeven. In de kelder voorwerpen en teksten over het gebruik van wijn in het huishouden. Iedere boer of fruitteler had vroeger wel zijn eigen druivenplanten, om zelf wijn van te maken. Commerciële wijnbouw is hier een ontwikkeling van de negentiende eeuw, met een enorme sprong voorwaarts na de Tweede Wereldoorlog.
Op de verdiepingen is ruimte voor wisseltentoonstellingen, met onder andere aandacht voor de wijnbouw in de 21ste eeuw. Tijdens mijn bezoek illustreerde een schitterende fototentoonstelling het leven als wijnbouwer in Valais anno 2014. Daarnaast was er aandacht voor oude gebruiken rondom wijn, zoals de wijn Humagne Blanc, die eeuwenlang aan kraamvrouwen werd geschonken.
Samen met een team van auteurs, waaronder de al genoemde José Vouillamoz, is de directeur van het museum, Anne-Dominique Zufferey, verantwoordelijk voor een schitterende publicatie over de geschiedenis van de wijnbouw in Valais. Histoire de la Vigne et du Vin en Valais is 576 pagina’s dik, enorm rijk geïllustreerd en barst van de wetenswaardigheden. Ik heb er al menig uurtje in gebladerd en gelezen! Jammer dat niet meer wijngebieden zulke degelijke én leesbare boekwerken produceren.
Als je dorst heb gekregen na een bezoek aan dit wijnmuseum, is een deur verder de wijnwinkel én wijnbar van het Château de Villa gevestigd. Hier vind je tientallen, misschien wel honderden wijnen van wijnboeren uit de omgeving, in een ruimte waar ook een enorme houten druivenpers staat opgesteld. Je kunt proeven én kopen. En heb je nog honger, dan is er boven een uitstekend raclette-restaurant. Alleen voor de échte kaasliefhebbers. En dan zijn we toch weer bij die Zwitserse kaas…
Mocht je na het skiën deze winter even cultuur willen happen en een goed glas wijn willen drinken: nu weet je waar je terecht kunt.