Wijntoerisme is niet iets dat de Fransen van nature afgaat. Zeker de Bordelais niet. Waar je in andere wijngebieden van Frankrijk nog wel borden ziet met ‘Vente en directe’ of ‘Visite nos cave’, tref je dat zelden in de diverse wijngebieden van Bordeaux. En verwacht al helemaal geen ‘Amerikaanse’ toestanden, met picknickmogelijkheden op het domein en T-shirts, paraplu’s of kurkentrekkers met het logo van het huis. Dat zul je ook in de rest van Frankrijk weinig tot beperkt aantreffen.
Voor de Bordelais is dit allemaal wel te verklaren door de manier waarop de wijnhandel georganiseerd is: de meeste wijnen werden en worden opgekocht door grote handelshuizen, die ze verder op de markt brengen voor hun leveranciers. Daarnaast is er het en primeur-systeem: de beroemde huizen als Pétrus en Cheval Blanc verkopen over het algemeen de hele oogst al aan handelaren in het voorjaar na de vinificatie. Zodra de wijn een jaar of wat later gebotteld is, gaat hij onmiddellijk het terrein af. Op de grote en beroemde domeinen is dan ook geen verkooplokaal of fles te vinden! Voor een fles Cheval Blanc ben je als consument aangewezen op grote wijnspeciaalzaken, zoals L’Intendant in Bordeaux en La Winery langs de D1 bij Castelnau. Of nog beter: je eigen wijnhandelaar in Nederland!
Toch dringt ook het wijntoerisme in Bordeaux door. Het meest opvallend was dat tijdens mijn reis naar Bordeaux bij Chateau Giscous, waar hard gewerkt werd aan een stijlvolle proefruimte annex verkooplokaal. De paraplu’s, poloshirts en stropdassen waren ook al beschikbaar. In de jaren zeventig was Alexis de Lichine, van Prieuré-Lichine, de eerste die in Bordeaux met verkoop aan huis en andere merchandising begon, zo vertelde Frank Jacobs me. Toen werd de van oorsprong Poolse Amerikaan (!) nog zwaar verketterd, nu moeten de meeste château wel dezelfde weg opgaan. De consumenten beginnen het te verwachten en er is een markt voor. De meeste château hebben tegenwoordig dan ook minimaal een mooie glossy informatiebrochure. Die van Phélan-Ségur ga ik zeker ophangen als poster.
Anders is het bij de coöperaties en Maison des Vins. De laatste zijn altijd al informatiecentra voor de wijnen uit het gebied geweest, en daar tref je dan ook mogelijkheden de wijnen van de deelnemende producenten te kopen, naast schorten met de tekst ‘Entre-Deux-Mers’ en kurkentrekkers met het logo van het Maison des Vins de Entre-Deux-Mers, bijvoorbeeld.
En gelukkig dringen ook andere wijntoeristische zaken langzaam binnen in de Bordeaux. Vorig jaar was ik laaiend enthousiast over de picknickmogelijkheden in Sonoma Valley, nu kan dat in Bordeaux ook. Wil je namelijk in de Medoc wijnen kopen van bekende huizen in de Bordeaux, dan kan ik La Winery aanraden. De wijnwinkel ligt midden in het landelijke gebied, niet in de stad. Het spiksplinternieuwe, hypermoderne gebouw van glas en staal is pas zeer recent geopend en biedt, naast verkoop van wijnen uit heel Frankrijk én de rest van de wereld, ook een wijnbar, proefmogelijkheden, een picknickplaats en tentoonstellingsruimten. Oprichter is Philippe Raoux, van oorsprong wijnbouwer uit een familie van wijnbouwers. Zijn motto: wijn is er om met elkaar te delen; wijn is geen complex product met geheime codes voor ingewijden, maar een bron van plezier, uitwisseling, verkenning en herkenning. Op het terrein van La Winery komen wijn en moderne kunst samen in een unieke culturele ontmoetingsplaats. Dit voor Frankrijk unieke concept verdient zeker navolging, mijns inziens.
Foto’s: Hebbedingetjes bij Giscours en interieur La Winery