Gisteren was ik op bezoek bij Hester IJff, veilingmeester en eigenaar van het Venduhuis van het Noorden, in Groningen. Vandaag veilt het Venduhuis wijn en port, gisteren was de laatste kijkdag. Hester en ik kenden elkaar van Twitter, en al langer wilde ik eens weten hoe dat nu toegaat in een veilinghuis. Het had zo’n exclusieve sfeer voor mij, een veilinghuis.
Maar eerlijk gezegd bleek er weinig van een exclusieve sfeer. Een gewoon stel aardige mensen ontving mij met een kopje thee, en in dezelfde ruimte waar vanavond de wijnen geveild worden, lagen langs de wanden diverse wijnen in kisten en dozen te wachten op hun kopers. Niks geen poespas of chique omgeving, gewoon een sfeervol oud pand dat toevallig als veilinghuis dient doet.
Veilingen waren voor mij totaal onbekend terrein, maar veilingcatalogi doorbladeren of inzien op internet deed ik wel eens. En ik word er altijd erg hebberig van. Gek is dat: een port die je misschien ook prima bij je wijnhandelaar kunt kopen, maar die je te duur vindt, wordt een begerenswaardig object als hij op een veiling wordt aangeboden. Is het de illusie van schaarste, van exclusiviteit, die door het veilen van een object wordt gecreëerd? Geen idee, maar als kopers al zo gefascineerd zijn door veilingen, hoeveel spannender moet het dan niet zijn regelmatig bij mensen op bezoek te gaan en in voorraadjes wijn te mogen neuzen? Je zal toch maar bij een klant komen en prachtige flessen Latour, Petrus of Cheval Blanc in de kelder aantreffen, uit jaren dat je zelf nog niet geboren was. Of een partijtje Château Musar 1969, in uitstekende conditie, wat Hester onlangs overkwam. Château Musar is een uitzonderlijk goede wijn uit Libanon; de flessen komen nog niet vanavond onder de hamer, maar wel tijdens de volgende veiling.
Hoe komt iemand er zo toe, een veilinghuis in wijn te beginnen? Bij Hester en haar vriend is het gewoon zo gegroeid. Het huis dat ze kochten in Groningen heeft een enorme ruimte op de begane grond, waar vroeger een stripwinkel zat. Hester was thuis in het veilingwezen, haar vriend in de wijn. Na de geboorte van hun dochter wilde Hester weer aan de slag, en ze besloot zich te richten op wijnveilingen. Inmiddels is het eerste jaar voor het Venduhuis van het Noorden achter de rug en wordt vandaag de derde veiling georganiseerd. Venduhuis van het Noorden heeft een vaste kring van kopers, waaronder diverse handelaren, maar ook veel particulieren. De ingebrachte flessen komen van overal: ouderen die naar een kleiner huis of verzorgingsflat moeten verhuizen en de wijnvoorraad niet mee kunnen nemen bijvoorbeeld, of restpartijen van handelaren, flessen uit kelders die na overlijden van de eigenaren ontruimd worden of partijen die bij faillissementen door curatoren van de hand worden gedaan.
Een veilinghuis koopt de wijn niet in: de flessen blijven eigendom van de inbrenger totdat ze door het veilinghuis verkocht zijn. Een groot startkapitaal is dus eigenlijk niet nodig om een veilinghuis te beginnen. Grotere partijen worden vaak bij de inbrenger gelaten tot na de verkoop, zodat de wijnen niet diverse malen vervoerd hoeven te worden. Voor de wijnen die wel naar het Venduhuis komen en daar opgeslagen worden, heeft het pand een prachtige oude kluis, waar de toppers veilig opgeborgen liggen.
De wijnen staan in de veilingcatalogus voor de prijs die de inbrenger er voor krijgt, uiteraard gerelateerd aan geldende marktprijzen. Als koper is het dus wel zaak je van te voren goed te oriënteren. Als koper kun je bij het veilinghuis ook informatie inwinnen over hoe de flessen bewaard zijn, en op kijkdagen kun je je van de inhoud van de flessen vergewissen. Hoe hoger het vloeistofniveau in de fles bijvoorbeeld, hoe meer kans dat de wijn in goede conditie is. Bij een hoog vloeistofniveau heeft de zuurstof minder kans gehad op de wijn in te werken.
Hester en haar vriend oriënteren zich voor hun vraagprijzen onder andere op de prijzen die beroemde veilinghuizen als Christie’s en Sotheby’s hanteren. Bij verkoop van de wijn rekent het veilinghuis 22% bovenop de afgehamerde prijs, het zogenaamde opgeld. Wordt een fles dus geveild voor € 100,-, betekent dit dat de koper € 122,- aan het veilinghuis moet betalen.
Onverkochte flessen gaan in principe weer terug naar degene die de flessen heeft ingebracht, of worden in een naverkoop alsnog verkocht.
Naast het bieden in de zaal kun je bij Venduhuis van het Noorden ook bieden via internet. Alle kavels staan op de website beschreven, en je kunt opgeven hoeveel je maximaal wilt bieden. Hester vertelde dat veel biedingen tegenwoordig via internet gaan. Zelf heb ik gisterenavond ook een bod uitgebracht op twee kavels port… Eindigt mijn bod vanavond net zo hoog als het bod van iemand in de zaal, dan wint helaas degene in de zaal. Heb ik een maximum van 100 euro geboden, maar moet Hester bij 60 euro al constateren dat er niemand in de zaal hoger biedt dan 60 euro, zijn die flessen voor 60 euro van mij (plus natuurlijk die 22% opgeld).
Iemand die wijn koopt, wil natuurlijk ook graag proeven. Dat kan vaak, maar volgens de wet is het niet toegestaan de wijnen op dezelfde dag in dezelfde ruimte voorafgaand aan de veiling te laten proeven. Vandaar dat in Groningen gisteren al wat flessen open gingen, waaronder een mooie magnum Saint Chinian 2000. Liever had ik natuurlijk die intrigerende fles 1949 Schwarzer Katz geproefd, of die Beerenauslese uit Rheinhessen van 1979. Maar daar was maar één flesje van, dus die gingen niet open. Dat is dan het spel en het spannende van kopen op een veiling: neem je de gok om zo’n fles uit 1949 te kopen, met de kans dat de wijn niet meer te drinken is, of heb je zoveel kennis en ervaring dat de gok geen gok meer is en je met enig vertrouwen een leuke aankoop kunt doen?
Het bezoekje aan Groningen heeft mij doen beseffen dat veilingen helemaal niet zo’n andere wereld zijn als ik dacht, en het heeft me over een drempel geholpen om toch ook eens een bod te doen. En nu maar hopen dat ik niet verslaafd wordt aan het bieden!
De veiling begint vanavond om 19.00 uur en bieden via internet kan nog tot 16.00 uur vanmiddag.