Zowel in de krant als in het blad van de Vereniging Natuurmonumenten kwam ik recent artikelen tegen rondom Tom Bade, die onderzoek doet naar de relatie tussen natuur, economie en de beleving die daarbij een rol speelt. Bade’s uitgangspunt is ‘investeer in de natuur zodat het de economie uiteindelijk ten goede komt’. Mensen zijn bereid te betalen voor een groene woonomgeving. Huizen in een bosrijk gebied brengen meer op dan huizen elders. Na een wandeling door een bos- of weidegebied wordt in het pannenkoekenhuis of het café de portemonnee getrokken en fietsverhuurders op de Veluwe bestaan bij de gratie van de recreanten. Op deze en andere manieren betalen investeringen in de natuur zich weer terug.
Een aardig voorbeeld van een dergelijke wisselwerking tussen natuur en economie beleefde ik gisterenmiddag. Samen met mijn dochter nam ik deel aan een wandeling door het prachtige bosgebied rond Amerongen. De wandeling was georganiseerd door wijnhandel Wijnen van ’t Fort te Amerongen en eindigde met een maaltijd in de Stallerij van Herberg Den Rooden Leeuw. Tijdens de wandeling kon op drie plaatsen wijn geproefd worden en die wijnen konden na afloop natuurlijk ook gekocht worden. En ik moet zeggen: het werkte als een trein.
Mijn dochter en ik hebben genoten van de klim naar boven, de Amerongse berg op. Net voorbij het hoogste punt was de eerste stop, waar zij genoot van een glaasje mousserend druivensap ‘Éclats d’Or’ van Domaine de la Bregeonette (Loire Atlantique) en ik van een glas Arbois Méthode Traditionnelle Blanc (11,5%).
Tussen de buien door scheen de zon en op een zonovergoten hertenweitje werd de tweede wijn, een uitstekende Côtes du Forez rosé (12%) van Cave Verdier-Logel geschonken. Evenals de mousserende Arbois is dit een wijn van biologisch werkende wijnboeren. En ook de derde wijn, geschonken aan de rand van de Utrechtse heuvelrug met uitzicht op een oude afgesneden arm van de Nederrijn én op kasteel Amerongen, was van biologische herkomst: een Côtes du Ventoux Le Prieuré AOC 2005 (12,5%). Deze rode wijn is ongefilterd en vrij troebel in het glas. Daardoor houdt hij echter ook in de buitenlucht een stevige en sappige indruk.
De wandeling werd afgesloten met een simpele maaltijd van groenten in bouillon met daarover een deksel van bladerdeeg en een fors kaasplateau. Uiteraard kon daar een glas van de geproefde wijnen bij gedronken worden. Ik heb genoten van een glas rosé en liet me vervolgens door mijn dochter overhalen om zowel een doos van deze rosé als een doos van het alcoholvrije druivensap mee te nemen.
De economie van Amerongen en omstreken werd op deze manier toch weer aardig vooruit geholpen: petje af voor de eigenaren van Wijnen van ’t Fort die op originele manier gebruik hebben gemaakt van de omringende natuur om hun wijnen onder de aandacht te brengen. Zo wil ik wel vaker wijnen proeven en kopen!
De rosé van Cave Verdier-Logel zal ik in een aparte bijdrage binnenkort verder bespreken.