De roveja (Pisum arvense) is een kleine, wilde erwt met een donkerbruine, roodachtige of donkergroene kleur. Hij wordt al eeuwen verbouwd op de hoger gelegen hellingen van de Monti Sibillini in Umbrië en werd voor het eerst vermeld in 1545. Samen met linzen vormden deze wilde erwten het basisvoedsel voor de plaatselijke bevolking. Helaas is de roveja tegenwoordig bijna verdwenen, maar in de provincie Perugia, in de vallei van de Nerina (Valnerina) komt hij nog voor en wordt hij opnieuw gekweekt. De roveja heeft zelfs een eigen Slow Food Presidium! Roveja-erwten hebben net als andere peulvruchten een hoge voedingswaarde en worden vooral gebruikt in soepen en in stoofpotten. Vermalen tot meel kan roveja ook gebruikt worden als polenta.
Een zakje roveja kwam in mijn bezit tijdens een reis naar Umbrië deze winter. Samen met het zakje kreeg ik advies hoe ik ze moest koken: eerst 12 uur weken, dan 2 uur zachtjes koken. Bij mij werd dat door tijdgebrek 8 uur weken en slechts 45 minuten koken. Ik vond de erwten toen zacht genoeg en prima te eten; de gekookte roveja verwerkte ik in een lunchsalade met gesneden bleekselderij, kerstomaat, olijfolie, citroensap en verse kruiden. Ik geloof zelfs dat ik er nog wat olijven doorheen mikte. En ik schonk er een jonge witte wijn bij, helaas niet Italiaans maar Duits. Gelukkig combineerde het wonderwel.
#peulenparade
Voor de #peulenparade, een initiatief van Urganda en de Bruine Bonenbende om aandacht te vragen voor de diversiteit en de voedingswaarde van erwten, linzen, bonen en andere peulvruchten, besloot ik op zoek te gaan naar wat wijnadviezen. Maar al snel besloot ik dat dat helemaal niet zo makkelijk was. Peulen hebben meestal een wat neutrale, soms grondigere of, zo je wilt, aardse smaak. De keuze van de wijn is meer afhankelijk van hoe je de peulen bereidt en hoe je ze op smaak brengt dan van de peulsoort zelf!
Vanwege die aardse smaak gaan mij gedachten echter uit naar wat frissere wijnen: niet te droog of te strak, maar met wat vrolijke fruitigheid, of als je rode wijn kiest, kruidigheid. Denk dan aan jonge rode wijnen uit Zuid-Frankrijk of Midden-Italië, eventueel licht gekoeld, of iets vollere maar toch frisse witte wijnen met veel vrolijk citrusfruit. Een toefje van iets tropisch mag best.
Umbrische wijn bij een Umbrisch gerecht
Bij die salade die ik net beschreef, zou ik dan eigenlijk het liefst een goede Trebbiano Spoletino uit Umbrië schenken. En bij het recept dat ik zo ga geven, een sappige Umbria Rosso, of een Montefalco Rosso, lekker bij de vuurkorf in de tuin, als de zon al aan het ondergaan is.
Zoals gezegd, de meeste recepten voor roveja betreffen soepen en stoofpotten. Op een blog vond ik echter dit smeerseltje voor op brood. Ik ga het recept dit weekend eens uitproberen, het lijkt met heerlijk.
500 gram roveja, olijfolie, wat stengels bleek- of groenselderij, een ui, 3 eetlepels gepelde tomaat, zout, peper, stevig boerenbrood (in Umbrië is dat altijd ongezouten, maar dat smaakt mij niet echt).
Week de roveja in water met wat zout (12 uur zegt het recept, maar minder mag best). Kook de roveja vervolgens in het weekwater (2 uur, maar korter mag ook. Gewoon af en toe proeven).
Maak een ‘soffrito’ van de gesneden selderij, ui en tomaat: verhit wat olijfolie en bak de groenten daarin een paar minuten aan. Giet de roveja af en voeg ze toe aan de soffrito. Laat het geheel nog zo’n 10 minuten sudderen. Rooster wat plakken stevig boerenbrood, besmeer ze met het mengsel en giet er nog wat olijfolie over. Smullen maar! En schenk er een lekkere wijn naar keuze bij. Rood, zou ik doen, maar wit mag ook.