Dag 2 van de vinologenopleiding ligt al weer een week achter me, maar op verzoek van de cursusleiding volgt vandaag pas een verslag. Op die manier is de stof ook voor de tweede groep nog helemaal een verrassing.
Vorige week, maandag 17 september, maakten we dan eindelijk kennis met het echte werk. We begonnen met serieus blind proeven en moesten onder leiding van Robert Handjes verschillende druivenrassen herkennen. De eerste vier wijnen, de witte, gingen goed; het meest trots was ik op mezelf over de herkende chenin blanc. Daar zijn al die vakanties aan de Loire en de bezoekjes aan de coöperatie in de Vallée de la Coquette dus goed voor geweest.
De eerste rode (pinot noir) haalde ik er ook nog wel uit, maar toen sloeg de verwarring toe. Uiteraard waren het gewoon cabernet sauvignon, merlot en syrah, zoals te verwachten viel, maar ik vond het tamelijk lastig. Maar daarvoor zitten we dan ook op deze opleiding en oefening gaat kunst baren, wordt ons regelmatig voorgehouden.
Uiteraard noteerden we onze proefnotities inmiddels heel systematisch. Grappig was te zien dat zowel mijn linker- als mijn rechterbuurvrouw zelf een proefformulier hebben ontworpen op de computer. Allebei zijn ze weer anders dan degene die ik heb gemaakt. Tijdens het proeven en de bespreking erna kwam ik ook tot de ontdekking dat ik nog weer wat verbeteringen aan het formulier wil maken: ik kan wel optekenen wat ik denk te proeven, maar er moet ook nog ruimte komen voor opmerkingen van onze docenten.
’s Middags gingen we onder leiding van Magda van der Rijst dieper in op allerlei aspecten van het proeven. Na de lunch begonnen we met een lekker instinkertje: we werden gevraagd de verschillen te beschrijven tussen twee witte wijnen die klaar stonden. Dat verschil is er wel, maar wat is het nou precies? Beetje meer zoet, beetje zuurder? Uiteindelijk bleek in de glazen dezelfde wijn te zitten, alleen was de ene zeven graden kouder geserveerd dan de andere!
Allerlei andere aspecten komen aan bod: vooral het belang van de speekselvorming is een nieuwe ervaring voor me: zuren geven sappig speeksel, zoet geeft dik speeksel en bitter heeft een drogend effect in de mond. Dit alles zal bij het echte analytische proeven een belangrijke factor gaan worden om een wijn te kunnen bespreken.
We behandelen én proeven verder fouten in wijn, gaan in op primaire, secundaire en tertiaire aroma’s, duiken in diverse glasvormen etc…
Gelukkig zijn er ook steeds de anecdotes en boeiende details, om zo’n les even te onderbreken. Vooral grappig vond ik het tuitje dat champagnehuis Veuve Clicquot ontworpen heeft, speciaal voor het jonge publiek dat Champagne uit een 20cl flesje wil drinken. Met een rietje is dat niet zo’n geslaagd idee, met zo’n tuitje zouden de typische Champagne-aroma’s toch nog je neus bereiken……..
In de pauze van deze tweede opleidingsdag probeerden we verder te gaan met de formatie van een proefgroepje, wat helaas niet helemaal soepel verliep. Inmiddels is dat groepje gelukkig zo goed als rond, en vandaag, 24 september, komt een deel daarvan alvast bijeen bij mij thuis om voor het eerst zelfstandig blind te gaan proeven. Een verslag volgt uiteraard later deze week.
Martine zegt
Leuk dat je met de vinologenopleiding bent begonnen. Ik heb vorige week besloten volgende jaar te beginnen. Als ik dat zo lees, ga ik dat weer heel leuk vinden… Herkenbaar ook het verhaal van speekselvorming, dat heb ik bij de academie voor gastronomie geleerd. Daar gaat het vooral over wijn&spijs combinaties.
Succes he!
Martine
Mariëlla zegt
Hai Martine,
ja, het is erg leuk, maar ook erg moeilijk 😉 Jij ook veel succes volgend jaar, en als je meer wilt weten, hoor ik het wel. Ik ga je blog even toevoegen aan mijn Bloglines: leuke items heb je!