Leren over een bepaald soort wijn, over achtergronden en waarom’s, gaat het beste in het wijngebied zelf. Schrijven over een wijnstreek kan eigenlijk helemaal niet als je er niet zelf geweest bent. En een wijn beschrijven puur op zijn kwaliteiten in het glas heeft, wat mij betreft, niet zo veel zin. De ene wijndrinker ervaart een wijn toch anders dan de andere. Afgelopen maandag bezocht ik na tijden weer eens een proeverij, en wel eentje waarin de wijnen van Friuli Venezia Giulia gepresenteerd werden. Om bovenstaande redenen kies ik er steeds vaker voor niet naar zo’n proeverij te gaan. Dit keer echter werd er een begeleide presentatie door Onno Kleyn aangekondigd. Dus toch maar weer eens op pad, om te kijken wat ik aan een Amsterdamse gracht kon leren over Friuli Venezia Giulia en de druif friulano. En dat was gelukkig heel wat, vooral dankzij de korte maar goede presentatie van de wijn- en toerisme-autoriteiten uit het land zelf en de presentatie van acht wijnen door Onno Kleyn.
Hieronder tien maal aandacht voor het gebied en de druif friulano. Weetjes en impressies die ik daar opgepikt heb, maar die natuurlijk nooit het hele verhaal vertellen. Laat het een start van een nieuwe, mooie kennismaking zijn!
1. Het wijngebied Friuli Venezia Giulia ligt op een kruispunt van culturen: hier ontmoet de Latijnse wereld van de Mediterranée de Germaanse van Noord-Europa en de Slavische van Oost- en Midden-Europa. Geschiedenis, bouwkunst, kunst, keuken én wijnen reflecteren die positie.
2. Ook vijf eeuwen Habsburgse overheersing hebben hun stempel gedrukt op alle aspecten van de lokale cultuur, inclusief de wijnbouw, wijnhandel en wijnconsumptie. Zo hielden de Habsburgers, volgens Onno Kleyn, vooral van witte wijnen. De Oostenrijkse voorkeur voor ‘cool climate’-wijnen zou een reden zijn waarom wit veel aangeplant staat in Friuli. (Of dat echt is, zou ik nog eens willen napluizen.)
3. Friuli is ook een erg ‘opgeruimd’, schoon, gebied, opnieuw aldus de Volkskrant-wijnschrijver . Hygiëne, poetsen en boenen staan er hoog in het vaandel. En ook dat heb je nodig, in de wijnkelder bijvoorbeeld, voor de productie van zuivere, frisse witte wijnen. Friuli-wijnen zijn van oudsher heel anders dan de geoxideerde viesgele plonk die tot de jaren ’70 elders in Italië werd geproduceerd. Onder andere deze ‘traditie’ van hygiënisch werken geeft het gebied zijn voorsprong met witte wijnen.
4. In Friuli is de wijnbouw altijd van zeer groot belang geweest, zelfs nog vóór de Romeinen kwamen. En in 1891 eeuw vond in de stad Gorizia zelfs een belangrijke conferentie plaats over het bestrijden van de druifluis Phylloxera vastatrix. Hier werd besloten dat Europese variëteiten geënt zouden gaan worden op Amerikaanse wortelstokken, de enige remedie die uiteindelijk succesvol zou blijken. Friuli was in die tijd een van de Europese grootleveranciers van wijn.
5. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden alle wijngaarden vernietigd. Het heeft meer dan 60 jaar geduurd voordat het herstel volledig afgerond was. Herplant werd er zowel met Franse als met inheemse druivenrassen.
6. Volgens eigen zeggen is Friuli Venezia Giulia nu witte wijnproducent numero uno van Italië. (Maar of ze daar in Alto Adige ook zo over denken, zou ik moeten uitzoeken.) Feit is wel dat 61% van de aanplant witte druiven betreft. In totaal zijn er 19.700 hectaren wijngaard, en produceert het gebied 90 miljoen flessen per jaar.
7. Dé druif van het gebied is friulano. Ooit was hij bekend onder de naam tocai friulano (en als zodanig nog te vinden in het register van Wine Grapes), maar de term ‘tocai’ is sinds 2008 definitief verboden in noordoost Italië, op initiatief van het Hongaarse wijngebied Tokaji. ‘Tocai’ is in het verleden bewust geïntroduceerd voor de witte wijnen van Friuli, vanwege het verkoopsucces en de grote reputatie van de Hongaarse wijn. Een historische marketingtruc, dus! Friulano is bovendien helemaal niet verwant aan de druiven die in Tokaji gebruikt worden (furmint bijvoorbeeld). Friulano is identiek met sauvignonasse, afkomstig uit de omgeving van Bordeaux. Naar alle waarschijnlijkheid kwam friulano dan ook rond het midden van de 19e eeuw via een ‘French connection’ naar het noordoosten van Italië.
8. Technieken die toegepast worden door de meeste wijnmakers zijn inweking op de schillen en rijping op de lie (droesem). Dit geeft de Friulano een vettig, filmend karakter met in de afdronk aangename bittertjes van amandelen. Hout wordt beperkt gebruikt, roestvrijstaal en beton overheersen voor vergisting en rijping.
9. Kenmerkende aspecten van de wijnen zoals ze op mij overkwamen tijdens de begeleide proeverij: lichtgeel van kleur, elegante tonen van honing, droogbloemen en meloen in de neus, met soms wat zoethout of laurier. In de mond een volle wijn, en zoals gezegd vaak iets vettig en filmends. De zuren zijn aangenaam, niet te veel, niet te weinig. Minerale tonen zijn ook vaak herkenbaar.
10. Friulano-wijnen zijn vooral begeleiders van eten, naar mijn idee. In het gebied zelf promoten ze natuurlijk de combinatie met lokale producten als de San Daniele-hammen (rauwe ham) en speciale kazen. Alleen de ham heb ik kunnen proeven, maar niet in combinatie met de wijn. Friulano-wijnen zijn in mijn ogen geen doordrinkers: het iets vettige karakter maakt ze meer geschikt voor een glas of twee bij de maaltijd dan als terraswijn.