Vorige week, op de proeverij van Oostenrijkse wijnen in Noordwijk, proefden we een fraaie blend van pinot noir en saint laurent. Toen schoot mij een passage te binnen uit de nieuwe editie van Hugh Johnsons Wijngids, die ik kort ervoor doorgenomen had. Johnson schrijft dat hij de vierde cirkel van de hel (in Dante’s Inferno) wil reserveren voor wijnmakers die blends maken met riesling of pinot noir. Ik hoop dat hij het als grapje bedoelde, want waarom zouden er geen getalenteerde wijnmakers zijn die een boeiende, artistieke blend kunnen met pinot noir? Wat maakt die druif in dat opzicht anders dan bijvoorbeeld merlot? Laten we het erop houden dat Hugh Johnson een erudiet wijnschrijver is, maar ook typisch Engelse old school.
Voor het laatst besprak ik zijn wijngids in januari 2009. Het is naar mijn mening niet nodig om dit boek jaarlijks te recenseren, omdat de verschillen tussen opeenvolgende jaargangen doorgaans niet schokkend zijn. Toch is het goed eens in de paar jaar de aandacht te vestigen op dit boek, omdat we het in huize Wijnkronieken zien als een van de meest bruikbare en handzame naslagwerken in wijnland. Als ik drastisch zou moeten snoeien in de verzameling wijnboeken, zou ik in ieder geval deze twee boeken overhouden: de nieuwste editie van deze Wijngids en de Wijnatlas van (opnieuw) Hugh Johnson en Jancis Robinson.
Meestal is het een van de eerste boeken die ik pak als ik snel iets wil opzoeken: het is systematisch ingedeeld en bevat veel hoofdstukken met compacte, feitelijke informatie! Het boek begint gewoontegetrouw met hoofdstukken over druivenrassen, wijn en spijs, en de oogsten van recente jaren, in dit geval 2009 en 2010. Dat laatste is overigens wel een minpuntje van de Nederlandse vertaling van deze wijngids: het boek is deels gebaseerd op Johnson’s proefnotities tot begin 2010, en beschrijft de oogstjaren 2009 en 2010. Het zou dan zuiverder zijn om het de Wijngids 2011 te noemen. De Engelse editie heet gewoon Pocket Wine Book, maar de Nederlandse uitgever zet ‘2012′ achter de titel en suggereert daarmee een actualiteit die het boek in feite niet heeft.
Het middendeel van dit boek bevat beknopte beschrijvingen van wijnen en wijnmakers, georganiseerd per land (voor de landen in Europa) of per werelddeel (bijvoorbeeld Noord-Amerika, Australië en Zuid-Amerika). Net als voorgaande jaren begint ieder hoofdstuk met een kaartje van het land of de regio. Johnson beoordeelt de wijnen met 1 tot 4 sterren en geeft ook een oordeel over goede en minder goede jaren, inclusief adviezen in de trant van: nu kopen, laten liggen of binnenkort opdrinken.
De Wijngids 2012 sluit af met overzichtelijke tabellen met daarin serveertemperatuur en wijnjaargangen. Iedere editie heeft ook een ’toegift’, een hoofdstuk dat speciaal voor deze editie is geschreven. Dit keer is dat een hoofdstuk over de wijnen van Zuid-Frankrijk. Alles bij elkaar weer een nuttig boek met veel informatie, compact opgeschreven in zo’n 430 pagina’s.
De Nederlandse uitgave is goed verzorgd, op een paar slordigheden na. De meest opvallende is het dubbele dankwoord: aan het eind van de inhoudsopgave staat een Dankwoord, en 5 pagina’s verderop staat een (vrijwel identieke) Dankbetuiging. Maar dat verandert niets aan mijn eindoordeel: deze editie van de Wijngids hoort, naast of in plaats van de voorgaande editie, bij iedere wijnliefhebber in de boekenkast!
Hugh Johnson, Wijngids 2012, Spectrum, Houten 2011, isbn 9789000301522, € 19,99.
Patrick zegt
Dit was mijn eerste wijngids, in de 2004 uitvoering. Sindsdien moet ik me echt inhouden om hem niet gewoon élk jaar aan te schaffen. Hij is onmisbaar. Altijd ben ik benieuwd wat Hugh Johnson over een bepaalde wijn te zeggen heeft. Ik heb het idee dat deze man nét even iets meer zichzelf is gebleven dan bijvoorbeeld een Robert Parker. Parker heeft een bepaalde air over zich zoals je die bij Amerikanen die iets te betekenen hebben wel vaker ziet. Johnson is meer van de ingehouden Britse manieren. Robert Parker’s laatste naslagwerken heb ik weliswaar ook wel in de kast staan, maar die zijn toch minder handzaam dan de altijd beschikbare Johnson.
Voor Parker moet je echt even gaan zitten, maar voor Johnson kun je gewoon blijven staan. Met de pocket uitvoering zou je je zelfs ook buitenshuis goed kunnen redden. Zeker wanneer je bij de wijnhandel staat en het is je even ontschoten of 1998 nou wél of geen goed jaar was in Pomerol.
Kortom, ik kan je melden dat we waarschijnlijk twee van de zeer velen zijn die Hugh’s boek als leidraad hebben gekozen. En daar is niks mis mee. Prettig weekend.