Ken je dat? Dat je plotseling gegrepen wordt door een wijn of een wijnsoort? Het overkwam me in het verleden al met cava en met Gemischter Satz, en recent nog met diverse Zwitserse wijnen. En onlangs sloeg het ‘orange’-virus toe, na het drinken van een glas Italiaanse orange wine, om precies te zijn, de Amphoreus Malvasia 2011 van wijnmaker Evangelos Paraschos uit San Floriano, in Friuli Collio. Ik dank die ervaring aan wijnschrijver Simon Woolf, die de fles meebracht voor een dinertje bij ons thuis. We openden hem bij een stoofpot van gans gekruid met ras al hanout, en ik was verkocht.
Wat is een orange wine?
Wat is een orange wine ook al weer? Orange wines zijn wijnen van druiven met witte of zeer licht gekleurde schillen die een andere behandeling hebben ondergaan dan ‘gewone’ witte druiven. Normaal gesproken worden het sap en de schillen van witte druiven vrij kort na het persen van elkaar gescheiden, zodat na klaring een heldere, niet al te donker gekleurde vloeistof overblijft. Bij een orange wine vergisten de schillen mee in de most. Doordat de schillen kleurstoffen afgeven, kleurt de wijn donker geel tot oranje. Vandaar de naam. Éen ander kenmerk van een orange wine zijn de tannines, die je in een normale witte wijn niet proeft. Dit is in een notendop de definitie, al komt er voor sommigen meer bij kijken. (Lees hiervoor bijvoorbeeld het hoofdstuk ‘Orange Wines’ in het recente boek van Isabelle Legeron, Natural Wine. Verder is er online ook heel wat achtergrondinformatie te vinden. Zie onderaan voor een aantal suggesties, met dank aan Simon Woolf.)
Waar worden orange wines gemaakt?
Orange wines zijn geen algemeen verschijnsel en worden slechts op beperkte schaal geproduceerd, al wordt er wel steeds vaker mee geëxperimenteerd. De bekendste komen uit het grensgebied van Slovenië en Italië, met als centrale stad Gorizia; wijnmakers aan beide zijden van de grens beïnvloeden elkaar daar. Beroemde namen zijn Radikon en Gravner. Hoe oud de traditie hier is, is lastig te zeggen. De huidige trend gaat in ieder geval terug op lokale gebruiken van vorige generaties om een wijn voor eigen gebruik te maken die zeker een jaar houdbaar moest zijn. Een wijn die langer op zijn schillen heeft gelegen, is namelijk stabieler en kan beter bewaard worden.
Er is echter een ander gebied waar al eeuwen lang witte wijn met lang schilcontact wordt gemaakt, en dat is Georgië. In amforen (qvevri’s) ingegraven in de grond maken ze hier al sinds duizenden jaren voor het begin van onze jaartelling wijn zoals de orange wijn-makers elders dat tegenwoordig doen. Diverse van die orange wine-makers uit streken anders dan Noord-Italië en Slovenië, zoals de Zwitser Amedée Mathier, halen hun inspiratie dan ook uit Georgië.
Vanwege de nauwe band tussen orange wines en de Georgische manier om wijn in amforen te maken, wordt orange wine nogal eens gelijkgesteld aan amfoorwijn. Maar dat is niet correct: er zijn orange wines die nooit een amfoor hebben gezien, net zoals er wijnen zijn die gerijpt hebben in amforen maar die geen lange periode met schilcontact hebben ondergaan. Enige dagen geleden nog proefde ik de wijnen van Franco Terpin, uit Friuli, tijdens de beurs CruBio. Zijn Pinot Grigio, Sauvignon Blanc en Rebula waren wel ‘orange’, maar kwamen uit barriques, niet uit amforen. Eerlijk gezegd vond ik ze niet heel erg spannend.
Na enig speurwerk op Wijnkronieken bleek ik in het verleden al diverse keren orange wines geproefd te hebben, en meestal was ik daarover zeer te spreken. Voordat ik wat meer over de geschiedenis van orange wines ga uitzoeken de komende tijd, heb ik ze maar eens op een rijtje gezet.
Geproefde orange wines
Slovenië
Uit Slovenië kwam de fraaie en mysterieuze wijn UOU Rebula Ivanka van Marinko Pintar, een wijnmaker die zijn wijnen niet verkoopt, maar cadeau doet aan bezoekers. Simon Woolf schonk hem tijdens de BYOB-avond van DWCC 2014 in Montreux. Notities heb ik toen niet gemaakt, maar ik vond deze wijn wel zeer intrigerend en spannend. Uit Slovenië kwam ook de Rebula Grace 2009 uit de Golden Tilia-reeks van Matjaz Lemut. Lemut kwam in 2012 naar het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden en liet daar zijn wijnen proeven. Zijn Rebula Grace ontstond door de schillen twee weken lang in contact te laten met de most, tijdens de vergisting op roestvrijstalen tanks. Daarna volgde een rijping op grote houten vaten. Amforen gebruikt Lemut niet : ‘Ik wil wijnen maken die drinkbaar zijn, en met amforen kan er veel te veel misgaan’. Mijn notitie van toen: geurend naar sinaasappelschil en specerijen, droog en zuiver, met een middellange afdronk. Een wijn om te schenken bij stevige witvis of bij schaaldieren, of om zo te drinken.
Italië
Uit Italië dronk ik in Rome de Ageno 2008 van La Stoppa, tijdens een etentje bij Cesare. Van deze orange wine was ik nog het minst onder de indruk, vermoed ik. Dan is er de al genoemde Amphoreus Malvasia 2011 van wijnmaker Evangelos Paraschos, waar ik helemaal verliefd op werd, maar ook al geen notities van heb gemaakt. Ik zal naar Friuli moeten afreizen om wat flessen in te slaan, want Paraschos heeft voor zover ik weet nog geen Nederlandse importeur. Meer over deze wijn lees je in The Morning Claret.
Zwitserland
In november vorig jaar maakte ik in Zwitserland kennis met de prachtig oranje wijn Amphore van Amedée Mathier, gemaakt van de zeer lokale druif rèze en van ermitage, de naam die in Valais voor marsanne wordt gebruikt. De complexe aroma’s en smaak deden denken aan koude thee, maar ook aan lindebloesem, kweepeer en gedroogde abrikozen. De wijn maakte grote indruk.
Georgië
Uit Georgië tenslotte dronk ik de Vinoterra Kisi 2010 uit de regio Kakheti, gepresenteerd door José Vouillamoz en Julia Harding tijdens een proeverij ter gelegenheid van de verschijning van Wine Grapes (op Prowein 2013). Druiven van het druivenras kisi (nog slechts aangeplant op 50 hectare) vergisten in qvevris om deze wijn te maken. Ook hier noteerde ik aromas van gedroogde abrikozen, aangevuld met die van rijpe appels, karamel en fudge. De tannines waren zeer duidelijk aanwezig, wat een verrassende ervaring is in een witte wijn.
De jaargang 2011 van deze wijn is op het moment in Nederland te verkrijgen. Ik proefde hem dankzij Bernard Nauta van Anderewijn en schreef erover: ‘Vijf maanden lang gisten de druiven van het ras kisi in deze amforen, om daarna nog twaalf maanden op barrique te rijpen. Dit alles levert een zeer bijzondere wijn, zonnig oranjegeel van kleur. Aroma’s van zuidvruchten, gedroogde abrikoos, rozijnen, noten en kruiden. In de mond de smaak van dadels en gedroogd fruit. Droog, met milde zuren en wat tannines van de rijping op houten vaten. Goed te combineren bij gerookte kip of kalkoen, of rijst met noten.’
Een volgende Georgische wijn, die ik zelf schonk tijdens een lezing over wijngeschiedenis in de reeks colleges van Onno Kleyn’s Academie Culinair Schrijven, is de Mtsvane Qvevri 2011 van wijnhuis Khareba. Mijn notitie over deze wijn: ‘De kleur is diep donkergeel; vervolgens zijn het de geuren van deze wijn die je blijven intrigeren: karamel, gember, rozijnen, sukade, boenwas, bremhoning. Kortom: zeer complex! De smaak valt in eerste instantie wat tegen, maar wacht tot de wijn even wat zuurstof heeft gehad. Deze amfoorwijn vraagt echt rust en tijd om te leren kennen! De wijn is droog, heeft milde zuren, en smaakt naar lente, natte aarde, oude appeltjes en peren. Af en toe ontdekten we zelfs een vleugje zwoelheid, ergens. Je blijft gewoon snuffelen aan deze amfoorwijn!’
Acht orange wines proefde ik dus al, maar die van de beroemdste makers helaas nog niet. Er is een boel werk te doen, de komende tijd! Wordt vervolgd.
Meer lezen? Hieronder twee goede introducties: