‘Weinig minder vermaard dan de Xeres is de Malaga van welken mede verschillende soorten zijn. Jong zijnde hebben zij eene vrij donkere barnsteenkleur en zijn zeer likeurachtig maar oud wordende verliezen zij de laatste eigenschap, worden fijn lijvig geestrijk en nemen een aangenaam geurig bouquet aan. Deze zijn de eigenlijke Malagawijnen; zij kunnen wel eene eeuw lang bewaard worden en bederven zelfs dan niet wanneer vat of flesschen niet geheel vol zijn.’
Aldus de Sleutel van den Wijnkelder, ‘eene Handleiding voor allen die belang stellen in de kennis behandeling en bewaring van verschillende Wijnen’, verschenen in 1870.
Anno 2016 kunnen we dat niet meer beweren, dat de wijnen uit Malaga net zo bekend zijn als de wijnen van Jerez. Zelfs de wijnen van Jerez – sherry – hebben het moeilijk. En als de anonieme auteur van de Sleutel heel eerlijk is, blijken de Malagawijnen in zijn tijd ook al op hun retour: ‘Witte of eigenlijk bruingele zoete wijnen werden meer dan tegenwoordig uit Spanje uitgevoerd. De naam Spaansche wijn [..] begint dan ook in onbruik te geraken.’
De hoogtijdagen van de Malaga lagen in de zeventiende en achttiende eeuw. Eind negentiende eeuw werd dit gebied als eerste in Spanje door phylloxera getroffen. Van deze klap is de wijnbouw eigenlijk nooit meer hersteld. De veranderende smaak deed de rest. Rond 2000 waren er nog slechts 1.200 hectare wijngaard rondom deze zuidelijke Spaanse havenstad, tegen 130.000 in 1875. Toch bleven Malagawijnen tot de Tweede Wereldoorlog in het assortiment van wijnhandelaren voorkomen. Zoals bijvoorbeeld rond 1930, bij Finjé in Utrecht.
Of nog in 1949, als medicinaal drankje, in het assortiment van Van Wageningen en de Lange, eveneens in Utrecht.
In de assortimentslijst van 1971 van die laatste firma komt Malaga niet meer voor en het zal tegenwoordig in Nederland lastig zijn een fles goede Malaga te vinden. Daarvoor moet je bij voorkeur naar Malaga zelf, naar de taverne van producent Antiqua Casa de Guardia.
We kwamen terecht in deze bijzondere wijnbar dankzij een tip van een kennis, op een vrijdagavond rond half negen. Afgeladen was het er, vol met ‘locals’, jong en oud, nippend aan hun glaasje Pajarete, Pedro Ximen, Moscatel, Vermut of Lagrima Añejo.
Aan de linkerwand van de smalle pijpenla stonden de houten vaten, in het midden een lage bar, rechts een vitrine met hapjes en gelegenheid om te staan. Achter de bar heren in witte jasjes, die aan de lopende band shotglaasjes met bruine tot donkerbruine vloeistof vulden. Waarmee in hemelsnaam te beginnen? We besloten elk maar een andere wijn te nemen, zodat we van alles konden proeven. Na het opnemen van de bestelling schreven de wit gejaste barmannen de prijs op het houten barblad: € 1,30 voor een Moscatel, € 1,60 voor een Pajarete. Prijsjes om het spelletje nog een keer te herhalen…
Het merendeel van de geproefde wijnen bleek zoet, het type wijn waar Malaga bekend om stond. En terwijl ik in Nederland niet warm loop voor Pedro Ximenez of PX (te plakkerig), bleken er hier prettiger en frisser varianten van te bestaan. Al kreeg de Moscatel uiteindelijk mijn voorkeursstem. Voor Malagawijnen worden namelijk hoofdzakelijk twee druivenrassen gebruikt: moscatel de alejandria en pedro ximenez. In vroeger eeuwen overheerste de eerste, tegenwoordig neemt de laatste het leeuwendeel van de aanplant voor zijn rekening.
De diverse vinos de licor kunnen op verschillende manier ontstaan: door de toevoeging van wijnalcohol tijdens de vergisting (vino dulce natural), door toevoeging van wijnalcohol aan nog niet vergiste most (vino maestro) of door toevoeging van arrope, siroop van druivenmost, aan wijn. Daarnaast worden ook druiven gedroogd en vervolgens vergist, eventueel met toevoeging van wijnalcohol.
De terminologie van de Malagawijnen vergde even wat Googlen (want Engels spraken de witte jasjes niet): zo bleek een Pajarete een wijn die minimaal twee jaar op houten vaten heeft gerijpt. Siroop mag er niet aan toegevoegd zijn, en het restsuikergehalte ligt tussen de 45 en 140 gram per liter. Añejo en Trasañejo zijn aanduidingen voor ouderdom: drie tot vijf jaar oud, of ouder dan vijf jaar. De Lagrima-wijnen tot slot vergisten uit het sap dat zonder persen uit de druiven is gelopen.
Na ons diner, in een simpel eethuis in de schone en met natuursteen geplaveide straatjes van het centrum, besloten we tot een afzakkertje. De Vermut moest nog geproefd! Het lukte ons nog net, want Antiqua Casa de Guardia sluit om elf uur. De laatste twee glaasjes smaakten weer uitstekend. En de kennismaking met deze historische maar gelukkig nog springlevende wijnen konden ze ons niet meer afnemen!
Het stadscentrum van Malaga bood overigens meer verrassingen dan alleen wijn. Mooie winkelstraten, gezellige eethuizen, boeiende musea, een gaaf Romeins theater, een burcht uit de tijd van de Arabische overheersing. Wie gedwongen wordt vanwege een late vlucht een nacht in de poort tot de Costa del Sol (hel, had ik bijna geschreven…) door te brengen, kunnen we alleen maar aanraden: neem er minimaal een avond en ochtend de tijd voor! En sla vooral Taverna Antiqua Casa de Guardia niet over.
Nagekomen bericht: de wijnen van Antiqua Casa de Guardia zijn ook in Nederland verkrijgbaar!