Nico was onder de indruk van het panel ‘Wine out of context’ tijdens de recente Digital Wine Communications Conference. Zijn ervaringen beschreef hij voor speciaal voor Wijnkronieken.
De meeste wijnliefhebbers hebben het proeven (waarderen, beoordelen) van wijn in de praktijk geleerd: door het te doen. Sommigen hebben misschien later een cursus of opleiding gevolgd om hun kennis en kunde te verbreden en te verdiepen. Naar aanleiding van een boeiende ervaring tijdens de recente DWCC in Montreux durf ik te stellen: eigenlijk hebben wijnliefhebbers allemaal op de verkeerde manier leren proeven! Meestal is bij het proeven namelijk andere informatie voorhanden: we kunnen het etiket lezen, we zien de vorm van de fles, of iemand vertelt iets over de wijn die je proeft. Zelfs als je niet meer hebt gedaan dan een boek lezen waarin staat dat de beste rode wijnen uit de Bordeaux-streek komen, heeft dat al invloed op iedere beoordeling van een glas rode wijn dat uit de Bordeaux lijkt te komen.
Extra informatie beïnvloedt je oordeel (ik schreef daarover al eerder). Als je écht je zintuigen wilt trainen voor het beoordelen van wijn, zal je dus vooral blind veel glazen wijn moeten (laten) inschenken, ernaar kijken, eraan ruiken en ervan proeven, zonder dat je enige informatie over die wijn hebt.
Op de tweede dag van DWCC 2014 organiseerde wijnschrijver Simon Woolf een panel voor ongeveer zestig deelnemers, met als titel ‘Wine out of context’ (wijn buiten/zonder context), een speelse variatie op de titel van de conferentie ‘Wine in context’. Sommigen van ons wisten van Simon’s voorkeur voor ‘natural wines’ (vaak biologische of biodynamische wijnen, gemaakt zonder toegevoegd sulfiet). Sommigen hadden dus misschien een vermoeden wat er zou komen – maar ook niet méér dan een vermoeden.
Simon liet ons zes wijnen proeven, 100% blind, zonder informatie vooraf, allemaal in hetzelfde soort glas. Aan ons als deelnemers vroeg hij ons oordeel te geven: vind je de wijn lekker, vind je dit een matige, goede of uitstekende wijn? Simon had ook een panel van drie deskundigen uitgenodigd: Hans-Peter Schmidt, een Zwitserse wijnmaker, Justin Howard-Sneyd, een Engelse Master of Wine, en Julia Sevenich, een van oorsprong Amerikaanse wijnschrijver die woont en werkt in Oostenrijk.
Eén voor één proefden en bespraken panel en deelnemers de wijnen. Simon was telkens de enige die wist wát er in het glas zat. De discussies waren levendig. Pas achteraf kregen we te horen wat we hadden geproefd. Hieronder mijn proefnotities, meteen tijdens het proeven op mijn iPad ingetikt.
1. Diepgele kleur, geoxideerd, boterig, frisse zuren, gekonfijte sinaasappelschil. Complexe wijn, waarschijnlijk door veel schilcontact. De wijn begint rijk en romig, en eindigt streng. Lekker! Niet echt een doordrinkwijn, wel een goede wijn voor bij het eten. Is dit Jura of Savoie?
Het bleek te gaan om de Timotheüs 2012, van Gut Oggau in Burgenland (Oostenrijk), een wijn gemaakt van weissburgunder (pinot blanc) en gruner veltliner. De wijn is biodynamisch (Demeter-keurmerk) en is gemaakt zonder toevoeging van SO2. Driekwart van de deelnemers vond deze wijn lekker. Een leuk en niet te moeilijk begin van de proeverij.
2. De tweede wijn zette de zaak meer op scherp. Veel bleker dan de eerste wijn, met een geur van vlier- of andere bloesem en witte peper. De geur was niet onaangenaam, maar van de eerste slok werd ik niet vrolijk: een vreemde combinatie van zoet en zuur. Ik schreef letterlijk: ‘slechte citroenlimonade, niet lekker, lastig te bepalen wat dit is.’ De meeste deelnemers vonden deze wijn niet lekker, hoewel sommigen hem wél interessant vonden.
Dit bleek (gelukkig) geen wijn van druiven te zijn, maar een huisgemaakte vlierbloesemwijn (vlierbloesemextract is een ingrediënt van het populaire aperitief Hugo). De Nederlandse maker, Edgar Kampers, ook spreker op DWCC 2014, zat tijdens de proeverij naast me en had bij deze tweede wijn natuurlijk de grootste pret!
3. Kruidige geur, heel complex, mooie zuren, zuiver, goed in balans, droog, gerijpt. Verder schreef ik op: Riesling, niet Duits, vermoedelijk Elzas.
Mijn gok was niet onaardig: wijn nummer 3 was inderdaad een Riesling uit de Elzas, een Grand Cru 2010 van de Hengst-wijngaard, gemaakt door Domaine Barmès Buecher, opnieuw een biodynamische wijn. Opvallend aan deze wijn was het restsuiker-gehalte (20 g), dat bijna niemand opviel. Dus wat is nu precies een droge wijn?
4. Deze wijn bracht meer verdeeldheid in de zaal. De wijn was diepgeel van kleur, oxidatief, geur van (macadamia)noten, in de mond fris en zacht. Ik vond de wijn prachtig, net als de helft van de zaal, maar de andere helft van de zaal vond deze wijn écht niet lekker.
Dit keer had ik fout gegokt: in mijn aantekeningen staat ‘vin jaune uit de Jura?’, maar Simon legde uit dat het een zogenaamde orange wine was, om precies te zijn een wijn van Antonino Barraco uit 2013, gemaakt in het westen van Sicilië van de grillo-druif, biologisch (niet gecertificeerd), geen SO2 toegevoegd.
5. De een-na-laatste wijn was een jonge rode wijn: de kleur was een beetje paars-rood, met een geur van talkpoeder of parfum (een andere deelnemer sprak over zeep voor oudere dames). De indruk na de eerste slok was vooral: tannines (sterke thee), zuren en alcohol, niet echt fris. Wat was dit nu weer? Ik schreef op: is dit wel Vitis vinifera (de officiële wijndruif) of een van die merkwaardige Amerikaanse vitis-varianten?
Wijn nummer 5 bleek de Munjabel Classico 2013, afkomstig van de Etna-helling op Sicilië, gemaakt door Frank Cornelissen, van nerello mascalese, biologisch, geen SO2 toegevoegd. Weinig mensen in de zaal vonden deze wijn lekker. Opmerkelijk was dat het niemand opviel dat deze wijn 15% alcohol had!
6. Als hekkensluiter opnieuw een rode wijn: diep van kleur, geur van chocola en theeblaadjes. Van de eerste slok werd ik niet enthousiast: kaal, zuur, tannines, onrijp, stal-lucht. En ik schreef op: ‘is dit natural wine?’.
Deze wijn bleek een pinot noir van panel-lid Hans-Peter Schmidt te zijn (de andere panel-leden wisten dit niet): Mythopia pi-no 2012, afkomstig uit het wijngebied Valais, het gebied dat ik de dag na deze proeverij zelf zou bezoeken. Inderdaad een natural wine: biologisch, geen SO2 toegevoegd.
Aan de ene kant was het een leerzame proeverij: een gelegenheid om kennis te maken met een breed scala aan wijnen, de meeste niet bepaald alledaags, en deze puur op basis van kleur, geur en smaak te beoordelen. Ook de discussies tussen panel en deelnemers waren de moeite waard. Wat betekent het als je zegt dat je een wijn niet lekker vindt, maar wel interessant? Wat is het in een wijn dat proevers omschrijven als talkpoeder, zeep of parfum? Is het goed of juist niet als wijn zo ruikt?
Aan de andere kant is een proeverij als deze ook een intellectueel of filosofisch spelletje: wijn drink ik bij voorkeur niet in een saaie, zakelijke omgeving als een zaal in een congrescentrum, maar thuis, op een terras of in een restaurant, en dan bij voorkeur met iets te eten erbij. Context dus! En die context verandert de manier waarop je wijn beleeft, daar waren panel en deelnemers het wel over eens.